s

Alimentatie en pensioen

ALIMENTATIE

 

Alimentatie is een bijdrage in de kosten van levensonderhoud. In de wet staat dat er een onderhoudsplicht is voor:

– echtgenoten en ex-echtgenoten
– geregistreerde partners en ex-geregistreerde partners;
– ouders en kinderen
– partners van ouders die zelf niet de ouder zijn en die samen met de ouder het gezag over het kind uitoefenen of hebben uitgeoefend. Niet alleen echtgenoten en geregistreerde partners zijn volgens de wet onderhoudsplichtig tegenover elkaar, maar ook ex-echtgenoten en ex-geregistreerde partners zijn dat. De ene ex-echtgenoot of ex-geregistreerde partner moet in principe bijdragen in de kosten van levensonderhoud van de ander, als die ander niet in staat is om (helemaal) in het eigen levensonderhoud te voorzien.

 

De verplichting van ouders en kinderen houdt in dat ouders voor hun kinderen moeten zorgen tot zij 21 jaar zijn. Voor kinderen beneden de 18 jaar moeten ouders de kosten van verzorging en opvoeding betalen. Voor kinderen van 18, 19 en 20 jaar komen de kosten van levensonderhoud en studie voor rekening van de ouders.

 

Dit geldt in grote lijnen ook voor de partner van de ouder die zelf niet de ouder is van het kind en die samen met de ouder het gezag over het kind uitoefent. Voor een kind van 21 jaar of ouder hebben ouders alleen een financiële verplichting als het kind behoeftig is en daardoor niet voor zichzelf kan zorgen. Bijvoorbeeld als het kind geestelijk en/of lichamelijk is gehandicapt.

 

Een zelfde financiële verplichting hebben kinderen voor hun ouders als hun ouders behoeftig zijn.

De hoogte van de alimentatie is afhankelijk van de draagkracht van de alimentatieplichtige en de behoefte van de alimentatiegerechtigde. Deze kunt u zelf vaststellen maar het is raadzaam om deze te laten berekenen. Dat voorkomt discussies later.

 

Hoe lang u partneralimentatie betaalt, hangt af van het jaar waarin u de afspraak maakte. Of wanneer de rechter de partneralimentatie vaststelde. Sinds 1 januari 2020 gelden nieuwe regels.

Afspraken alimentatie sinds 1 januari 2020

De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde. Was u bijvoorbeeld 8 jaar getrouwd, dan betaalt u uw ex-partner 4 jaar partneralimentatie.

Partneralimentatie langer dan 5 jaar

Er zijn 3 uitzonderingen op de nieuwe regels:

  • U heeft samen kinderen. De partneralimentatie stopt pas als het jongste kind 12 jaar is geworden.
  • Het huwelijk of het geregistreerd partnerschap duurde langer dan 15 jaar. En de ex-partner die alimentatie ontvangt krijgt binnen 10 jaar AOW. Dan stopt de partneralimentatie als de AOW start.
  • Het huwelijk of het geregistreerd partnerschap duurde langer dan 15 jaar. En de ex-partner die alimentatie ontvangt is geboren op of voor 1 januari 1970 en krijgt over meer dan 10 jaar AOW. Dan duurt de alimentatie 10 jaar.

Bij samenloop van de hierboven genoemde omstandigheden, geldt de langste termijn.

Afspraken alimentatie van 1 juli 1994 tot 1 januari 2020

  • U heeft samen kinderen
    Partneralimentatie duurt maximaal 12 jaar.
  • U heeft samen geen kinderen, huwelijk duurde langer dan 5 jaar
    Partneralimentatie duurt maximaal 12 jaar.
  • U heeft samen geen kinderen, huwelijk duurde korter dan 5 jaar
    Partneralimentatie duurt net zolang als het huwelijk duurde.

Afspraken alimentatie voor 1 juli 1994

Hoe lang de partneralimentatie duurt, hangt af van wat u met uw ex-partner heeft afgesproken. Of wat de rechter heeft bepaald. Als u niets heeft afgesproken of vastgesteld, dan geldt er geen termijn. Wel kunt u in sommige gevallen aan de rechter vragen de alimentatie te beëindigen.

Verlenging partneralimentatie

Komt uw partner in financiële problemen als de alimentatie stopt? Dan kan uw partner de rechter vragen de periode te verlengen. U kunt ook samen een kortere of langere periode afspreken. Dit moet u echtscheidingsconvenant.

Stoppen partneralimentatie als situatie ex-partner verandert

De alimentatie stopt als de partner die de alimentatie ontvangt:

  • zelf weer genoeg inkomsten heeft om van te leven;
  • met een ander trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen;
  • overlijdt.

 

 

De hoogte van de alimentatie is afhankelijk van de draagkracht van de alimentatieplichtige en de behoefte van de alimentatiegerechtigde.

 

De vastgestelde alimentatiebedragen indexeren van rechtswege met een bepaald percentage op 1 januari van het jaar daarop, tenzij de Rechtbank de indexering heeft uitgesloten.

De actuele percentages kunt u online vinden via www.rijksoverheid.nl.

 

Met ‘scheiding’ wordt in deze informatie ‘echtscheiding’, ‘scheiding van tafel en bed’ en ‘ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed’ bedoeld. Het kan ook gaan om de beëindiging van het geregistreerd partnerschap. Voor ‘ex-echtgenoot’ ‘ex-echtgenote’ of ‘ex-geregistreerde partner’ wordt het woord ‘ex-partner’ gebruikt.

 

PENSIOENVERDELING

 

Bij een echtscheiding heeft iedere partner in principe recht op de verdeling van het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen.
Op grond van de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding heeft degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd een rechtstreekse vordering op de pensioenuitvoerder van de ex-echtgenoot ter grootte van de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Er kan worden afgezien van de verdeling volgens de wet bij huwelijkse voorwaarden of bij convenant. Als het pensioen wordt verdeeld moet men binnen twee jaren na de scheiding het formulier “Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen” zenden naar de pensioenuitvoerder om het recht op rechtstreekse uitbetaling door de pensioenuitvoerder te laten ontstaan.

Ga naar de inhoud